Zaterdag 9 januari 2021 – Emmen en Ter Apel.

Het is al 9 uur geweest wanneer ik vanmorgen wakker word op de camperplek in Emmen. Het is veel donkerder in de camper dan in mijn bed thuis. Thuis heb ik nooit heet rolluik of een gordijn dicht.
Zo warm als het onder het dekbed is zo koud is het wanneer ik in de cabine kom. Nog geen 12 graden. Dus maar snel de kachel aan. En de gordijnen open zodat ik naar buiten kan kijken. Ik zie dat ik hier vannacht met 5 andere campers heb gestaan. Er zijn dus wel meer camperaars die in deze Coronatijd er op uit trekken.
Ik begin met water koken om een mok met poederkoffie te zetten. En ondertussen het nieuws en mijn mail lezen.
Ook voor dit reisje probeer ik weer dagelijks een kort verslag te maken. Dat ga ik deze zaterdagmorgen dus ook doen. Nadat ik dit verslag op de website heb gezet en ik ontbeten heb is het ondertussen al rond 12:00 uur. Heerlijk om alle tijd te hebben!
Ik trek mijn wandelschoenen aan en kleed me warm aan. Dikke jas, das om en handschoenen aan. En loop langs de spoorlijn richting centrum.
Op de plek waar vroeger het dierenpark in het centrum van Emmen was heeft men nu een mooi park gemaakt. Het Rensenpark. Eigenlijk heeft men niet meer gedaan dan de dieren weggehaald. Waar ik vroeger met mijn ouders (en later met vrouw en kinderen) naar zebra’s en giraffes keek lopen nu schapen. En in de gebouwen zitten nu geen vlinders en slangen meer maar musea, theaters en kleine bedrijfjes. Fijn dat men dit zo gedaan heeft.
Het centrum van Emmen biedt een troosteloze aanblik. Hier en daar is een drogist en een afhaalrestaurant open. Er zijn nauwelijks mensen op straat. De oliebollenkraam heeft geen klandizie. Ik kan de verleiding niet weerstaan en trek een gehaktstaaf uit de muur. Mmm, lekker zoiets warms in de mond. Voor de rest een treurige aanblik. Ik loop een bijna verlaten winkelcentrum door. De slager, drogist en notenbar wachten op klanten. Op het bord van de makelaar staan alleen verkochte huizen. Niet iedereen heeft het slecht dus.
Ik loop terug naar de camper. Ik kijk nog even naar het huis van het huis waar mijn opa vroeger woonde. Toen heette de straat ‘Buitenweg’. Nu heet het ‘Beatrixstraat’. Ha, ben je er dan op vooruit gegaan?
Ik pak de spullen in de camper weer in en zet alles vast. Nu ik weet dat er meer camperaars onderweg zijn wil ik graag naar een camperplek waar ik nog niet eerder geweest ben. Ik ga in Ter Apel kijken of ik de camperplek bij de jachthaven leuk vind.
Na een kleine 20 Km rijden ben ik al op de camperplek in Ter Apel. Ik vind het een prima plek en besluit daar te blijven.

Rond etenstijd bestel ik bij het kwalitaria 'De Musketiers' patat met hete kip en loop daar even naar toe om het af te halen. Met een glaasje wijn er bij laat ik me dat bij terugkomst in de camper lekker smaken. Daarna ga ik weer verder met mijn stapel lectuur.