Zaterdag 16 mei 2020 – Fietsen op de Veluwe

16 mei 2020 - Heerde, Nederland

Net als de afgelopen dagen is het rond 8:00 uur al redelijk zonnig. Maar daarna komt er al weer snel bewolking. Na het vaste ritueel van koffie en smoothie heb ik zin om een eind te gaan fietsen. Vanuit Heerde fiets ik langs het riviertje “De Grift”. Verderop loopt deze parallel met het Apeldoorns kanaal. Later toch maar eens opzoeken wat hier het doel van is.
Na een paar Km fiets ik van het kanaal weg en steek de A28 over. Daar ga ik de bossen in. Er staan prachtige oude landhuizen hier langs de bosrand. Allemaal optrekjes van een miljoen of meer. Het zal hier vast niet goedkoop wonen zijn in deze prachtige omgeving.
Ik rij Epe binnen en zie een oud spoorhuisje. Daar moet ik wel even een foto van maken. Ik vind het interessant om meer te weten van de geschiedenis van oude (verdwenen) spoorlijnen. Aan de overkant van de is de spoordijk nog zichtbaar. Ik fiets et een stukje langs en kom op een lege plek waar vermoedelijk het station heeft gestaan. Weer iets om straks even op te zoeken.
In het centrum van Epe is het druk. Mensen staan met 1,5 meter tussenruimte te wachten bij het ijsloket. Daarna zitten ze op muurtjes en bankjes in de winkelstraat. Want de stoelen van de ijswinkel zijn met linten tot verboden gebied verklaard. Ja, op deze manier is het echt veel veiliger ;-)
Vanuit Epe rij ik de Veluwse bossen weer in. Een heerlijk gebied om te fietsen. En met prachtig aangelegde fietspaden. En nu zijn er nog weinig fietsers en wandelaars hier. Dat zal in het hoogseizoen wel anders zijn!
Ik kom bij een nieuw aangelegd Infiltratie project (Zie uitleg bij de foto’s). Daar moet ik wel even kijken en foto’s maken natuurlijk. Altijd leerzaam om dit soort dingen te zien.
Een paar Km verder kom ik midden in een kudde schapen terecht. Indrukwekkend hoe de herder met zijn hond de dieren op de juiste plek weet te houden en in de juiste richting weet te sturen. En gaaf om op mijn eerste fietstocht over de Veluwe al een schaapskudde te ontmoeten. Via het Heerder Strand en over de A28 kom ik weer terug in de buitenwijk van Heerde. Een filiaal van Multimate en Action lijkt hele goede zaken te doen. 
Na 4 uur gefietst te hebben ben ik weer terug bij de camper en trakteer mezelf op een luxe biertje. Daarna zoek ik de dingen uit die ik onderweg heb gezien.

Apeldoorns Kanaal
Het Apeldoorns Kanaal is een kanaal In Nederland. De waterweg loopt van de IJssel bij Dieren naar de IJssel bij Hattem en is in Apeldoorn door dammen met duikers afgesloten.  Het had van 1868 tot en met 1961 de functie van "lateraal kanaal" parallel aan de IJssel. Bij lage en hoge rivierstanden was de IJssel zeer moeilijk te bevaren wegens onvoldoende vaardiepte, respectievelijk sterke stroom. De route via het kanaal was dan, met name voor kleine schepen, ook zeer aantrekkelijk.

De geschiedenis 
Het kanaal loopt niet alleen parallel aan de IJssel maar volgt ook deels dezelfde route als de oude waterloop de Grift, waarover – voor zover dat te achterhalen is – vanaf de 16e eeuw scheepvaart plaatsvond met platbodems. Bekend is ook dat in 1619 vanwege de vele watermolens en lage bruggen een plan werd opgesteld om de Grift beter bevaarbaar te maken. Tweehonderd jaar later werden in de Franse tijd voor nieuwe plannen opmetingen en een kostenberekening gedaan. Pas daarna, onder koning koning Willem I werd een oplossing gevonden om de weerstand van de eigenaren van de vele watermolens aan de Grift te omzeilen. Er zou een geheel nieuw kanaal worden gegraven, vrijwel parallel aan de Grift.
De opdracht werd verstrekt aan Hendrik Jan Lijsen, een beambte van Paleis Het Loo. Hij werd de bouwmeester van het kanaal van Apeldoorn naar Hattem, waarvan de aanleg 1825 in Apeldoorn werd begonnen. Het kanaal werd officieel geopend op 13 april 1829 en had toen zo’n fl. 300.000 gekost, grotendeels gefinancierd door de koning. Het kanaal kreeg oorspronkelijk de naam Griftkanaal.
De exploitatie van het kanaal bracht echter minder op dan verwacht. Het onderhoud kostte meer dan sluis- en bruggelden opleverden. Dat werd in de hand gewerkt doordat de schepen moesten terugvaren over dezelfde route. In 1837 nam Rijkswaterstaat het beheer over, en in 1843 ook het eigendom van het kanaal. Volgens de statistieken kwamen er in 1851 maar 358 schepen naar Apeldoorn. Men besloot de aantrekkelijkheid van het kanaal te verhogen door er een doorgaande vaarweg van te maken. In 1858 startten de werkzaamheden om het kanaal door te trekken naar Dieren en het nieuwe traject geschikt te maken voor schepen met een laadvermogen tot 200 ton. Uniek was de drietrapssluis die in Dieren de aansluiting op de IJssel vormde. Dit stuk van het kanaal werd officieel geopend op 1 december 1868.
De ontwikkelingen stonden in de binnenvaart niet stil en de schepen werden steeds groter. Het werd voor een lonende exploitatie noodzakelijk de afmetingen van het kanaal daarop af te stemmen. Vanaf 1878 werden daartoe tot begin jaren dertig van de 20e eeuw allerlei werkzaamheden uitgevoerd. De oude houten sluizen in het noordelijk kanaalgedeelte werden vervangen door gemetselde sluizen. Die werden van 22 meter lang en 4,30 m breed gebracht op 31,25 m lang en 6,25 m breed. De drempeldiepte werd daarbij van 1,42 m op 2,10 m gebracht. Door ook de bodembreedte van het kanaal te vergroten van 6,50 m tot 12 m, de diepte van 1,60 m tot 2,10 m en de doorvaartwijdte van de bruggen op 6,5 m te brengen, werd de gehele vaarweg van Dieren tot Hattem geschikt voor schepen tot maximaal 200 ton.
In de Tweede Wereldoorlog is aan de toen aanwezige 42 beweegbare bruggen herhaaldelijk schade toegebracht. Bij de Duitse inval in Nederland op 10 mei 1940 zijn ze door het Nederlandse leger opgeblazen. Gedurende de oorlog zijn de meeste bruggen weer hersteld of door nieuwe vervangen, maar in april 1945 werden die weer door de terugtrekkende Duitse troepen opgeblazen. Ook de bedieningswerken van de sluizen in Hattem en Dieren werden herhaaldelijk vernield. In het kanaal zelf werden tientallen schepen tot zinken gebracht, maar begin 1946 kon het gehele kanaal weer voor de scheepvaart worden opengesteld.

Door de opkomst van de spoorwegen en gemotoriseerd wegverkeer verminderde het belang van het kanaal. Er was nog wel voldoende vracht op het gedeelte van Hattem naar de Berghuizer papierfabriek in Wapenveld. Maar ook dat liep terug, en verbreden en verruimen van dit gedeelte was te kostbaar. Per 1 januari 1962 werd het gedeelte vanaf de Berghuizer papierfabriek in Wapenveld tot Apeldoorn voor de scheepvaart gesloten.
Het scheepvaartverkeer van Dieren naar Apeldoorn was na de oorlog flink toegenomen en in 1954 werd in principe besloten dat stuk van het kanaal geschikt te maken voor kempenaars, schepen tot pakweg 600 ton. In Dieren werd een nieuwe sluis gebouwd met een schutlengte van 75 m, met een tussenhoofd te verdelen in een sluis van respectievelijk 30 m en 40 m, met een wijdte van 7,5 m, die al in 1957 in gebruik kon worden genomen. De oude drietrapssluis werd gesloopt.
Latere studies toonden aan dat er met een opwaardering van het kanaal niet voldoende rendement kon worden behaald en per 1 juni 1972 is ook het gedeelte van Dieren tot de Koudhoornse Sluis buiten gebruik gesteld. Alleen het gedeelte van de IJssel bij Hattem tot de Berghuizer papierfabriek in Wapenveld bleef nog tot 1982 voor de scheepvaart geopend.
In 1997 droeg Rijkswaterstaat het kanaal met toebehoren over aan het Waterschap Veluwe. Een commissie stelde in 2001 een toekomstvisie op voor het verwaarloosde kanaal, waarin restauratie en het opnieuw bevaarbaar maken van het kanaal werd aanbevolen.
Anno 2009 is weer een klein stukje van het noordpand van het kanaal bevaarbaar: 3,4 km van de monding van de IJssel tot de Hezenbergersluis. Daarnaast zijn een aantal bruggen weer beweegbaar gemaakt en voorbereid op het openstellen van het kanaal voor de recreatievaart.

De huidige functie 
Het kanaal heeft nog steeds een functie in de waterhuishouding van het gebied, het voert water af naar de IJssel van diverse Veluwse sprengen en beken, zoals de Oosterhuizerspreng en de Vrijenberger Spreng. Langs het lommerrijke kanaal zijn bezienswaardigheden zoals watermolens en een oude papierfabriek (De Middelste Molen). Langs het zuidelijke deel van het kanaal loopt aan de oostkant een vrij liggend fietspad. Het kanaal wordt op diverse plaatsen gebruikt voor pleziervaart met kano's en waterfietsen.

Toekomstplannen 
Er zijn na het wegvallen van de economische functie diverse plannen gemaakt voor de bestemming van het Apeldoorns Kanaal.
Herbevaarbaar maken 
Horeca- en recreatiebedrijven en watersportverenigingen hebben plannen ontwikkeld voor het opnieuw bevaarbaar maken van het kanaal van Dieren tot Hattem. Hiertoe werd in 1998 de Stichting Apeldoorns Kanaal opgericht. Voor een totale herbevaarbaarmaking zou de vervanging van circa 50 bruggen nodig zijn geweest en had het gehele kanaal uitgebaggerd moeten worden. Dit alleen al zou circa 40 miljoen euro kosten. Ook had een deel van snelweg A50 verhoogd moeten worden, een grote operatie die mogelijk problemen zou opleveren voor het vrachtverkeer. Ook zouden in Apeldoorn dammen met duikers worden gepasseerd. Een alternatief voor het verhogen van overkluizingen en bruggen had het aanleggen van een sluis aan weerszijden kunnen zijn, waarmee het waterniveau kan worden verlaagd in plaats van de weg verhoogd. De kosten van dit project zouden volgens de initiatiefnemers gedragen moeten worden door de rijksoverheid, maar deze gaf daar geen enkele prioriteit aan. Diverse gemeentelijke overheden stonden niet onwelwillend tegenover de plannen. Ook het Waterschap Vallei en Veluwe, sinds 2013 de naam van het waterschap, stelde zich niet negatief op, maar heeft zelf geen initiatieven in deze richting ondernomen.
Van de kunstwerken is 20% weer passeerbaar gemaakt. Zeven bestaande bruggen werden voorbereid op een eventuele toekomstige beweegbaarheid, drie voormalige ophaalbruggen in Apeldoorn-Zuid zijn gerenoveerd en weer beweegbaar gemaakt. Er is inmiddels al 11 miljoen euro geïnvesteerd en in 2012 heeft het samenwerkingsverband Veluwekroon (provincie Gelderland, waterschap, gemeenten Hattem en Heerde en Rijkswaterstaat) opnieuw 11 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de sanering (baggeren) van het vijfde pand en het beweegbaar en bedienbaar maken van een aantal bruggen in dit pand. 
Het kanaal werd in 2014 uitgebaggerd tussen de sluis in Heerde en de sluis in Hattem. Bedoeling is dat de bruggen in dit deel beweegbaar gemaakt worden zodat scheepvaart weer mogelijk is. In Wapenveld zal een aanlegsteiger gebouwd worden.
De kosten voor een totale aanpassing van het kanaal aan de behoeftes van de recreatieve scheepvaart werden in 2009 geraamd rond de € 120 miljoen. 
Eind 2017 bleek dat de plannen voor het opnieuw bevaarbaar maken van het kanaal door de gemeentelijke en provinciale overheden niet als haalbaar werden beschouwd, en werd prioriteit gegeven aan andersoortige recreatieve bestemmingen. 
Andere recreatieve bestemmingen[bewerken | brontekst bewerken]
Door de complicaties die een complete herbevaarbaarmaking met zich mee zouden brengen, zijn er diverse andere plannen ontwikkeld. In 2017 boden de gemeenten langs het kanaal elf initiatieven aan Provinciale Staten van Gelderland aan, waaronder de aanleg van meerdere nieuwe oevers langs het gehele kanaal, de bouw van een fietsbrug bij het Zwitsalterrein in Apeldoorn en het realiseren van twee steigers in Brummen. PS ontvingen deze plannen positief, onder het beding dat de betrokken gemeenten de helft van de kosten voor hun rekening zouden nemen (zo'n 1,4 miljoen euro).
 
Kanaalzone Apeldoorn 
In oktober 2008 kwamen Gedeputeerde Staten van Gelderland met de toezegging om 10 miljoen euro te investeren in de herstructurering van de kanaalzone in Apeldoorn. Daarmee voldeed de provincie aan de voorwaarde die de Rijksoverheid had gesteld aan een rijksbijdrage van 11 miljoen euro. Het geld wordt aangewend voor de bouw van nieuwe woningen en het opknappen van bedrijfsterreinen langs het kanaal.
Waterkrachtcentrale 
Tussen Hattem en Wapenveld, een klein stukje ten zuiden van de Hezenbergersluis, bevindt zich aan de westelijke oever de Hezenbergerstuw naar de Grift. Bij het renoveren van de stuw in 2010 heeft het waterschap van de gelegenheid gebruikgemaakt pal naast de gerenoveerde stuw een waterkrachtcentrale te bouwen. Omdat bij deze stuw het water circa 2,5 meter naar beneden valt (vanuit het Apeldoorns Kanaal de Grift in), ontstond het idee om de waterkracht te gebruiken voor het opwekken van stroom. Het vallende water brengt een vijzel in beweging. Met de draaibeweging wordt elektriciteit opgewekt d.m.v. een generator met een vermogen van 28 kW. De investering wordt geacht zichzelf terug te verdienen. De waterschroef kan gemiddeld 150 megawattuur per jaar energie leveren, dat is genoeg voor het energieverbruik van 43 huishoudens.


Spoorlijn Apeldoorn - Zwolle
De Spoorlijn Apeldoorn-Zwolle ('Baronnenlijn') is tussen 1887 en 1889 door de Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorweg-Maatschappij aangelegd. De spoorlijn verbond Apeldoorn met Zwolle. Zijn bijnaam Baronnenlijn dankte de lijn aan de vele (adellijke) notabelen die woonden in de plaatsen langs het spoor. In 1913 werd nog een zijtak van Hattem naar Kampen Zuid aangelegd. Deze lijn bleek al snel onrendabel en werd in 1933 alweer gesloten. In 1950 werd ook het personenvervoer op de rest van de Baronnenlijn gestaakt.
De voormalige spoorlijn is nu grotendeels geasfalteerd en in gebruik als fietsroute.

Geschiedenis 
 
Luchtfoto van station Vaassen en de omgeving tussen 1920 en 1940.
In 1876 werd Paleis Het Loo aangesloten op de Oosterspoorweg. Het paleis was via de zogenaamde Loolijn rechtstreeks per spoor vanuit Amsterdam te bereiken. Een jaar later werd de Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorweg-Maatschappij opgericht. Deze maatschappij legde vanuit Apeldoorn verschillende spoorlijnen aan. Zo kwam er ook een spoorlijn naar Zwolle. Deze lijn sloot ten westen van het Apeldoornse station aan op het lijntje naar Het Loo. Even voor het paleis takte de lijn af richting Vaassen, Epe en Hattem. Bij Hattemerbroek sloot de spoorlijn aan op de zogenaamde Centraalspoorweg van de NCS. De KNLS kon zo gebruikmaken van de bestaande IJsselbrug. In 1887 werd het baanvak Apeldoorn - Hattem in gebruik genomen. De treinen reden hier tot een tijdelijk station bij het NCS-station Hattemerbroek. In 1889 werd de spoorlijn hier aangesloten op de NCS-lijn naar Zwolle. De treindienst werd geëxploiteerd door de HSM.
Het personenvervoer op de lijn Apeldoorn - Zwolle werd op 8 oktober 1950 opgeheven. Het traject Heerde - Wapenveld werd hierbij direct geheel buiten dienst gesteld. In 1970 werd het goederenvervoer tussen Wapenveld en Hattem beëindigd. De laatste goederentreinen tussen Hattem en Hattemerbroek en tussen Heerde en Apeldoorn verdwenen in 1972 van de spoorlijn. De rails werden niet lang daarna opgebroken. Tegenwoordig is een groot deel van het oude spoorweg tracé in gebruik als fietspad.
Het personenvervoer op het traject Apeldoorn - Zwolle werd na het opheffen van de spoorlijn overgenomen door de bussen van de VAD. Sinds december 2010 verzorgt de Veluwelijn van Syntus het openbaar vervoer op dit traject.
De treinen uit Apeldoorn kwamen in Zwolle niet aan achter het stationsgebouw zoals de treinen van de overige spoorlijnen, maar kwamen aan op het plein voor het station.
Stations en gebouwen[bewerken | brontekst bewerken]
Langs de spoorlijn werden voornamelijk de standaardstations van de KNLS gebouwd. Het Loo kreeg in 1886 een uniek ontwerp. In Apeldoorn en Hattemerbroek werd gebruikgemaakt van de bestaande stations van respectievelijk de HSM en de NCS. Epe, Heerde en Hattem kregen grote stationsgebouwen van het type 1e klasse. In Vaassen werd een standaard stationsgebouw 2e klasse gebouwd. Emst en Wapenveld kregen een stationsgebouw 3e klasse. Kampen Zuid kreeg in 1913 een stationsgebouw in de stijl die bij de HSM gebruikelijk was. Dit gebouw werd na ruim twintig jaar alweer gesloopt. Behalve het stationsgebouw van Wapenveld, Heerde en Vaassen zijn alle gebouwen na de sluiting van de Baronnenlijn begin jaren 70 gesloopt.

Restanten 
Langs het voormalige traject van de spoorlijn zijn nog diverse herkenningspunten bewaard gebleven. Zo zijn in Apeldoorn beide verbindingsbogen nog te herkennen en in gebruik als onverhard wandelpad. Daarnaast staan in de stad nog enkele voormalige baanwachterswoningen en is de voormalige spoorlijn herkenbaar als groenstrook. Buiten Apeldoorn is bijna het volledige tracé geasfalteerd en in gebruik als fietspad. In Vaassen is het stationsgebouw bewaard gebleven en in Epe staat nog een oude baanwachterswoning.
•    Station Vaassen bevindt zich aan de Stationsstraat 98.
•    Aan de Asselsestraat 184 in Apeldoorn ligt wachtpost 1A.
•    Wachtpost 1B bevindt zich aan de Soerenseweg 62 te Apeldoorn.

•    Wachtpost 8 ligt aan de Spoorlaan 1 in Epe.

Foto’s